Ze hebben vakantie, mijn zoon en zijn 3 vrienden. Vrijheid, blijheid. Vandaag gingen ze op Pokémon jagen met de nieuwe digitale game “Pokémon Go”. Dit spel is een ware hype. Het zorgt voor veel rumoer. Maar ook voor veel lol.
Officieel is “Pokémon Go” nog niet verkrijgbaar in Nederland. Maar hé, het is 2016, dus dan download je de app via een Australisch account. Bijkomend voordeel is dat als je overdag speelt het rustig is op de app. De Australische spelfanaten liggen dan immers nog te slapen. “Kom, we moeten nu gaan, over een paar uur is het weer druk op de app”, hoor ik mijn zoon zeggen.“Pokémon Go” wordt bij voorkeur in groepsverband gespeeld en bovendien buiten op locatie. Dankzij de samenwerking met Google Maps verschijnen de Pokémon namelijk op een bepaalde plek in de buurt van waar je je bevindt. En alleen als je je fysiek op die plek bevindt kun je het diertje ‘vangen’. Via je telefoonscherm. Dat is dan wel weer virtueel.
Om de hype beter te begrijpen heb ik vandaag vier 19-jarige jongens, mijn zoon en 3 vrienden, op de voet gevolgd. Alle vier waren ze ruim 10 jaar terug ook heuse Pokémon-fanaten. Toen verzamelden ze tientallen spelkaarten en beestjes van plastic of pluche. En ze vingen Pokémon via hun Nintendo-gameboy op de bank. Vanmiddag gaan ze de deur uit om deze diertjes te vangen. Ons dorp is het jachtgebied. Wij wonen schijnbaar naast een Pokéstop (plek waar je gratis Poké-items kan krijgen, zoals besjes om de diertjes te lokken). Eerst worden wat strategische beslissingen genomen. “Hoe gaan we? Met de auto? De een stuurt en de anderen navigeren?” “Ja, als we niet te hard rijden, kunnen we in korte tijd veel Pokémons verzamelen!”. Ik vind die auto (mijn auto namelijk) geen goed idee. Ze besluiten te gaan lopen.
De jongens hebben duidelijk de middag van hun leven. Wat het zo spannend maakt is dat het verloop van het spel ‘out of their hands’ is. Hun doelen worden random bepaald door de logaritmes van de game in combinatie met Google Maps. Wat virtueel begint, speelt zich opeens af in de vertrouwde ‘real life’ omgeving, gevolgd door een climax op de telefoon (vooral als je Pikachu himself vangt). De jongens storten zich er met lijf en lede in. Met de mobiel stevig in de hand rennen en klimmen ze of hun leven ervan afhangt en uiten ze oerkreten als ze net niet, of juist net wel, beet hebben. Dat is blijkbaar vooral afhankelijk van een dosis geluk. Ze lachen om hun winst en verlies. Gelukkig zien ze ook de humor van hun idiote strijd in. Tijdens het avondeten maken ze zich los van het spel. De jongens zeggen dat ze morgen andere dingen gaan doen. Of toch niet? Een van hen denkt dat hij morgen weer op jacht gaat. Je ziet de anderen twijfelen; toch maar weer gaan morgen? Anders lopen we achter.
Voor de toeschouwer is het spel totale waanzin en hysterie. En het is ook zeker niet ongevaarlijk, zoals Veilig Verkeer Nederland en ProRail eerder deze week meldden. Maar als ze hun koppie erbij houden en respect hebben voor andermans eigendom, kunnen (oudere) kinderen er veel lol aan beleven. Niks mis mee als er geen studiestress is. Maar hopelijk is de hype voorbij als het nieuwe leerjaar begint. Want ook dit digitale spel heeft duidelijk iets verslavends.